Een tentoonstelling over de verspreiding van het werk van Couperus in het Engelse taalgebied. Het werk van Louis Couperus werd tussen 1890 en 1930 veel in het Engels vertaald. Vanaf 1892 had Couperus in de erudiete, Engelse Nederlander Alexander Teixeira de Mattos zijn vaste vertaler gevonden. De auteur en zijn vrouw zijn verschillende keren in Londen geweest. Couperus reisde nooit naar Amerika.
De tentoonstelling toonde een groot aantal vertalingen van het werk van de auteur. Daarnaast waren portretten te zien van vooraanstaande figuren uit de ‘yellow nineties’ die Couperus heeft gekend of waarmee hij heeft gecorrespondeerd zoals Edmund Gosse, John Gray, George Moore, William Rothenstein en Arthur Symons. De tuinkamer van het museum bevatte de reconstructie van de fotostudio van Emile Hoppé, de bekende society fotograaf die ook Louis Couperus portretteerde in 1921. Reproducties van schilderijen riepen de sfeer op van het Londen tussen 1898 and 1921, zoals Couperus het gekend heeft. De expositie werd samengesteld door Caroline de Westenholz.