Van 1900 tot 1910 woonde het echtpaar Couperus in Nice. In de villa Jules aan de Avenue St.-Maurice, zijn eerste adres, schreef Louis Couperus binnen vijf jaar Babel, De boeken der kleine zielen, Over lichtende drempels, God en goden, Dionyzos, Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan..., en De berg van licht. Het was een uiterst vruchtbare periode in het leven van de schrijver, waar tot nu toe nog weinig over bekend was.
De expositie plaatste Couperus in het Nice uit de Belle Epoque. Voor dit doel waren een aantal symbolistische schilderijen van de Niçois schilder Gustav Adolf Mossa naar Den Haag gehaald. Het was de eerste keer dat het werk van Mossa in Nederland te zien was.
De expositie in het Louis Couperus Museum werd begeleid door het Couperus Cahier Een witte stad van weelde. Louis Couperus en Nice 1900 – 1910, een uitgave van het Louis Couperus Genootschap, van de hand van Caroline de Westenholz. Het Cahier is uitverkocht.
De tentoonstelling werd samengesteld door Caroline de Westenholz.