Naar aanleiding van het onderzoek voor het boek van H.T.M. van Vliet, Met Louis Couperus op tournee, voordrachten uit eigen werk 1915-1920 in recensies, brieven en andere documenten, (Amsterdam 1998), werd Louis Couperus op deze expositie gepresenteerd als voordrachtskunstenaar. In deze hoedanigheid liet de schrijver zich van zijn meest dandyeske kant kennen. De tentoonstelling sloot aan bij die in Museum Het Paleis Lange Voorhout over de geschiedenis van het internationale dandyisme in de zomer van 1997.
De expositie plaatste Couperus voor het eerst in de traditie van het voordragen rond 1900. Portretten van professionele voordrachtskunstenaars zoals Albert Vogel sr. en Willem van Zuylen, en voordragende acteurs zoals Willem Royaards, Eduard Verkade, Aleida Roelofs, en van een jongere generatie, Charlotte Köhler, waren te zien aan de muren. In de serre was een reconstructie gemaakt van het decor waarin Couperus voor het eerst voordroeg in Kusntzaal Kleykamp in maart 1915.
‘... zie je wel, Couperus kan natuurlijk niet anders een lezing houden dan in een zaal met fluweel behangen, vol Rembrandts en andere kostbare schilderijen en tegen een ouden Boeddha aan. Hij moet natuurlijk blanke bloemen geen Aäronskelken, o vrienden, maar arumkelken, want Mozes’ broêr had niets met mijn kelken te maken en orchideeën om zich hebben en een kanten doekje onder zijn waterbokaal en dan waarachtig een zuil, om tegen te leunen!’ ‘Onder den Boeddha’, Van en over mijzelf en anderen, vierde bundel, Volledige Werken Louis Couperus deel 27, Utrecht/Antwerpen 1989, p. 552-558 citaat p. 552
De tentoonstelling werd samengesteld door Caroline de Westenholz.