Liefde voor muziek was Couperus met de paplepel ingegoten. Zijn vader had een mooie stem en onderrichtte zijn zoon in de zangkunst. Muziekles was een vanzelfsprekend onderdeel van de opvoeding in de ‘betere kringen’ in die tijd. Volgens tijdgenoten had Louis zelf een lichte tenor. Couperus zou zijn leven lang dol blijven op opera, en wel speciaal op de Italiaanse. Maar ook de Franse en de Duitse opera komen in zijn werk ter sprake.
De expositie onderzocht de functie van muziek in leven en werk van de schrijver, van Eline Vere tot en met zijn laatste ‘Intieme impressie’. Te zien waren theateraffiches, programma’s en foto’s van schouwburgen en operavoorstellingen (in binnen- en buitenland) die Couperus volgens zijn geschriften bezocht heeft, alsmede kostuums en toneelattributen van beroemde operazangers uit zijn tijd. In de serre van het museum was een operadecor van de beroemde negentiende-eeuwse decorontwerper Bart van Hove gereconstrueerd. Een CD met muziek uit werk en leven van Couperus was te beluisteren op de expositie.
De tentoonstelling en het bijbehorende boekje werden samengesteld door Caroline de Westenholz, met medewerking van Sierk van Althuis, Frédéric Bastet, Eugenie Boer, Maarten Klein en Tilleke Lippman.
De tentoonstelling en de publicatie werden mede mogelijk gemaakt door bijdragen van Magnesite BV, Centagon BV en het Prins Bernhard Cultuurfonds.