De eerste jubileumtentoonstelling was gewijd aan het onderwerp dat Couperus zo na aan het hart lag: de Romeinse oudheid. Hier werd onder andere aandacht besteed aan de romans De berg van licht (1905-1906), De komedianten, (1917) en het verhaal ‘De naumachie’ (1912). Aan de hand van schilderijen, beeldhouwwerk, foto’s, boeken uit zijn bibliotheek en de door hem verzamelde prentbriefkaarten werd de sfeer opgeroepen waardoor Couperus zich geïnspireerd wist.
In de tuinkamer van het museum werd een 'tableau mort' geconstrueerd naar de opvoering van Plautus’ toneelstuk De Meneachmi door de Koninklijke Vereeniging ‘Het Nederlandsch Tooneel’ in de winter van 1916, in Couperus' vertaling (onder de titel: De tweelingbroeders). Couperus trad bij deze opvoering op als een antieke ‘prologus’.
De lustrumtentoonstelling werd geopend door Frédéric Bastet, archeoloog en onder meer auteur van Louis Couperus, een biografie Amsterdam/Antwerpen 1987.