Het aandeel van Couperus’ echtgenote, Elisabeth Couperus-Baud, bij de totstandkoming van Couperus’ werk was groot. Zij schreef vrijwel al zijn manuscripten in het net over en was volgens de auteur zijn strengste criticus. Daarnaast hield Elizabeth Couperus zich bezig met vertaalwerk. Zo bezorgde zij de eerste Nederlandse vertaling van de geruchtmakende roman The portrait of Dorian Gray van Oscar Wilde (uit 1891).
De figuur van Elisabeth werd belicht tegen de vrouwengeschiedenis in haar tijd. Rond 1900 was het denken over de positie van de vrouw in de samenleving zeer in beweging. De expositie bevatte veel objecten uit het persoonlijk bezit van mevrouw Couperus: theeservies, borduurwerk, etc. De tentoonstelling en de bijbehorende catalogus werden werd samengesteld door Eugenie Boer.
De tentoonstelling werd mede mogelijk gemaakt dankzij financiële bijdragen van Fonds 1818 en het Prins Bernhard Cultuurfonds.