Voor zijn vijftigste verjaardag, op 10 juni 1913, ontving Couperus van vrienden en bewonderaars een groot, wit leren, Album Amicorum met gouden Art Nouveau opdruk, dat bewaard wordt in het Letterkundig Museum. Dit album bevat visitekaartjes van al diegenen die hebben bijgedragen aan deze hommage. Dat waren beeldend kunstenaars, literatoren, acteurs, architecten en anderszins vooraanstaande leden van de Nederlandse samenleving van voor de Eerste Wereldoorlog.
Gastconservator drs Menno Voskuil maakte een zomertentoonstelling naar aanleiding van dit Album Amicorum. Hij vond voorbeelden van het werk van die kunstenaars, wier visitekaartjes in het Album werden aangetroffen. Dit waren uit de aard der zaak de literatoren van Couperus' generatie zoals Willem Kloos, Frans Netscher, maar ook schilders als Antoon Molkenboer, Theo van Hoytema en Jan Hoynck van Papendrecht, de acteurs Royaards en Verkade, de architect H.P. Berlage en componisten zoals Bernard Zweers en Henri Viotta. De expositie werd aangevuld met prenten van het Vredespaleis dat in 1913 werd voltooid en andere relevante beelden uit het Haags Gemeentearchief. Het resultaat was een soort culturele doorsnee van het jaar 1913 in Nederland.
De tentoonstelling werd mede mogelijk gemaakt dankzij een legaat van de Stichting Couperushuis Surinamestraat en een financiële bijdrage van een sponsor die anoniem wenst te blijven.