Het eerste ‘Genootschap Louis Couperus’ – want dit was de eigenlijk naam - werd opgericht in 1929, zes jaar na de dood van de schrijver. Voorzitter was Couperus’ eerste biograaf Henri van Booven. Het Genootschap organiseerde lezingen en voordrachten over Louis Couperus en zijn werk, maar het hoofddoel was: ‘de nationale uitgave van Louis Couperus’ Verzamelde Werken.’ Dit Genootschap overleefde helaas de crisisjaren niet. In december 1936 werd het ontbonden. De uitgave van het Verzameld Werk van Louis Couperus heeft op zich moeten laten wachten tot na de Tweede Wereldoorlog.
De hernieuwde belangstelling voor het werk van Louis Couperus in het laatste kwart van de twintigste eeuw leidde tot een nieuw Louis Couperus Genootschap. Dit werd in 1993 opgericht door twee Leidse studenten geschiedenis, José Buschman en Joyce Rijken. Dit laatste Genootschap organiseert lezingen, voordrachten en Couperuswandelingen door Den Haag. Twintig jaar na de oprichting is het tweede Louis Couperus Genootschap nog steeds het grootste literaire genootschap van Nederland.
De expositie in het Louis Couperus Museum illustreerde de activiteiten en wederwaardigheden van beide Genootschappen. Ter gelegenheid van het jubileum van het Louis Couperus Genootschap verscheen het Couperus Cahier VIII, getiteld: Genootschappen 1928-2003. Generaties rond Couperus (Boskoop 2003) van de hand van Karin Peterson. De tentoonstelling en de bijbehorende tekst werden werden samengesteld door Eugenie Boer.