Couperus’ reis begint in Barcelona. In Avila pakt hem de religieuze sfeer en katholieke mystiek. De reis gaat verder naar Cordoba, waar Couperus verliefd raakt op de Moskee-kathedraal. Daarmee ontluikt bij hem de interesse in het Moorse verleden van Spanje, dat de reis voor hem pas echt boeiend maakt. In Granada is Couperus in zijn element en doet Couperus inspiratie op voor zijn roman De Ongelukkige.