Caroline de Westenholz vertelt op zondagmiddag 4 september over de achtergrond van de tentoonstelling Couperus en de stille kracht. De guna guna of zwarte magie was het enige middel waarmee de 'inlander' rond 1900 zijn onvrede met het koloniaal regime kon uiten.

In het kader van de tentoonstelling ‘Couperus & Spanje’ komt Abdelkader Benali zondag 6 maart om 14.00 en om 16.00 uur vertellen over het boek ‘De Ongelukkige’ van Louis Couperus. ‘De Ongelukkige’ gaat over Boabdil, de laatste Moorse heerser die zetelde in het Alhambra en werd verdreven door de Spaanse koningin Isabel. De val van Granada in 1492 is belangrijk in de geschiedenis: het vormt het einde van 700 jaar Moorse beschaving en het begin van de Nieuwe Wereld. Couperus beschrijft de ondergang van Boabdil met veel compassie.

Cultuurhistoricus Sara Hoogveld spreekt zondagmiddag 27 maart over de droom van het Alhambra. Al in de negentiende eeuw bezochten schrijvers en kunstenaars het monument om terug te keren met een schat aan verhalen uit Moors Granada, al dan niet waargebeurd. Met Couperus en andere reisgenoten verkennen we illusies en desillusies van het oriëntalisme. Zowel Nederlandse als Spaanse reizigers komen voorbij.

Couperus’ reis begint in Barcelona. In Avila pakt hem de religieuze sfeer en katholieke mystiek. De reis gaat verder naar Cordoba, waar Couperus verliefd raakt op de Moskee-kathedraal. Daarmee ontluikt bij hem de interesse in het Moorse verleden van Spanje, dat de reis voor hem pas echt boeiend maakt. In Granada is Couperus in zijn element en doet Couperus inspiratie op voor zijn roman De Ongelukkige.